BIOGRAFIE
Tsead Bruinja (op zijn Nederlands Tjeerd Bruinja) kwam
op die licht bewolkte 17de juli van 1974 in het Friese
gehucht Rinsumageest te wereld. Hij leeft en werkt te
Diemen, onder de rook van Amsterdam.
Bruinja studeerde Engels en Fries aan de Rijksuniversiteit
Groningen en organiseerde literaire evenementen als
het 'Dichters
in de Prinsentuin', 'De
Poëziemarathon' en 'No(o)rdschrift' mee. Bruinja
schrijft in het Nederlands en in het Fries en publiceerde
onder andere in de tijdschriften Hjir,
Krakatau,
Lava, Ravage,
Tzum, De
Blauwe Fedde, Zwart IJs en in De Rottend Staal Nieuwsbrief.
Twee jaar lang was hij redactielid van het Friese literaire
tijdschrift Hjir. In de zomer van 2002 maakte hij kort
deel uit van de redactie van het tijdschrift Kistwurk.
In 2000 debuteerde Tsead Bruinja met de bundel De wizers
yn it read/ De wijzers in het rood (Uitgeverij Bornmeer,
Leeuwarden, 2000). Hij heeft hiervoor twee bundels in
eigen beheer uitgegeven: Vreemdgaan (Nederlandstalige
poëzie, 1998) en Startschot (Nederlandstalige
poëzie, samen met Daniël
Dee, Petra Else Jekel en
Ramona
Maramis, 1999). In het najaar van 2001 verscheen zijn
tweede Friestalige bundel De man dy't rinne moat/De
man die lopen moet. Tevens werd in de bloemlezing
Jij bent zacht als zomerregen - de mooiste Friese liefdesgedichten
(Bert Bakker,
2001) een gedicht met vertaling opgenomen.
Nederlandstalige gedichten verschenen in Vanuit
de lucht. De eerste generatie dichters van de 21e eeuw
(Uitgeverij Passage, 2001). In 2003 verscheen de derde
Friestalige bundel Gegrommel van satyn/Gegrommel van
satijn (Bornmeer) en het Nederlandstalige debuut Dat
het zo hoorde (Uitgeverij Contact). Samen met de Irakese
dichter Mowaffk Al-Sawad werkte
hij aan de vertaling en redactie van diens bundel Een
middag wit als melk (Bornmeer 2002) en aan een bundel
brieven onder de titel Stemmen onder de Zon. (Uitgeverij
Passage, 2002).
Met Sieger M. Geertsma, Alan
D. Joseph, Michiel
Rasker en Raoul
Thepen vormde Bruinja in 2001 het collectief Gewassen.
In het Fries, Engels en Nederlands traden zij op met beeld
(videobeam, computeranimatie), live muziek, rap en poëzie.
In 2002 traden zij op tijdens het Lowlandsfestival
en wonnen zij het Hendrik de Vriesstipendium, een prijs
die uitgereikt wordt aan kunstenaars in Groningen. In
november 2003 verliet Bruinja de groep.
Met Daniël Dee en Maria
van Daalen maakte Bruinja van december 2002 tot en
met mei 2003 het literaire radioprogramma Radio
Oeps voor de Groningse lokale omroep OOG. In dit programma
worden wekelijks een roman en een dichtbundel besproken.
Momenteel is Bruinja medewerker aan de pagina Iets
met boeken
van de NPS, waarop hij samen met Stijn Ekkers eigenzinnige
signaleringen van nieuwe poëziebundels verzorgt.
Momenteel werkt hij met Daniël Dee aan de bloemlezing
Kutgedichten
(verschijnt 29 januari 2004) en de anthologie Klotegedichten.
Daarnaast stelt hij met Hein Jaap Hilarides een bloemlezing
samen uit de moderne Friese poëzie.
Bezoek vooral zijn eigen site
en raadpleeg www.google.com
voor meer over Tsead Bruinja.
(-)
om de man yn 'e rôlstoel hinne
sitte koerende dowen te wachtsjen
op krûmen fan de hear syn tafel
yn ruil kriget er in taastbere namme
dy't se ûnder begelieding fan it gûnzjen
fan syn elektromotor nei soartgenoaten roekoe
at hy middeis de grutte merk oprôlet
hy werkent se oan har tekening
oan de troch rechters heal
amputearre poaten jout der neat
om dat se op it blau learen dekje
op syn skonken en de baseball pet
op syn keale plasse sa no en dan ris skite
hy docht syn eagen ticht en sjocht
syn heit heart syn smoarde flokken
en lûde razen om de rotten dy't har
taak fertikke te fersaakjen syn
grutske pausturten deabiten
en meitôgen nei it hol ûnder it hok
hy tinkt dit skip is noch net sonken
nimt in h'nfol moal produkt út 'e bedrukte pûde
en laket nei de wjukte wurden ûnder de boerden
mei deiljocht konkurrearjende neonreklame fan de middenst'n
wy binne vuilnisbakras fertelt er se
wy komme nei de stêd foar har karriêre mooglikheden
foar har on top of the world har zap har now
for something completely different har drank
har nachtlike reade belofte fan ferlossende wille
wy komme nei de stêd leafst
mei in ferstoppe noas
© Tsead Bruinja, 2000
ondertiteling, van de hand des dichters:
(-)
om de man in de rolstoel heen
zitten koerende duiven te wachten
op kruimels van de heer zijn tafel
in ruil krijgt hij een tastbare naam
die ze onder begeleiding van het zoemen
van zijn elektromotor naar soortgenoten roekoeën
als hij 's middags de grote markt oprolt
hij herkent ze aan hun tekening
aan de door spijlen half
geamputeerde poten geeft er niks
om dat ze op het blauw leren dekje
op zijn benen en de baseballpet
op zijn kale hoofd zo en dan eens schijten
hij doet zijn ogen dicht en ziet
zijn vader hoort zijn gesmoorde vloeken
en harde roepen om de ratten die hun
taak vertikken te verzaken zijn
trotse pauwstaarten doodbeten
en meezeulden naar het hol onder het hok
hij denkt dit schip is nog niet gezonken
neemt een handvol meel product uit de bedrukte zak
en lacht naar de gevleugelde woorden onder de borden
met daglicht concurrerende neonreclame van de middenstand
wij zijn vuilnisbakras vertelt hij ze
wij komen naar de stad voor haar carrièremogelijkheden
voor haar on top of the world haar zap haar now for
something completely different haar drank
haar nachtelijke rode belofte van verlossende lust
wij komen naar de stad liefst
met een verstopte neus
© Tsead
Bruinja, 2000