nieuws
|
'Gebrek aan zelfvertrouwen is een karakterfout die ik niet bezit' (Ilja Pfeijffer, Vrij Nederland, 16-2-2002) Bezoek www.iljapfeijffer.nl - de officiële Pfeijffersite |
Ilja Leonard Pfeijffer (Rijswijk, 17 januari 1968) publiceerde de romans Philip (nu ook in het Duits vertaald) en Rupert, de documentaire Het grote baggerboek, de autobiografie Ik als vette engel en de dichtbundels Van de vierkante man, Het glimpen van de welkwiek en Dolores, waarin hij op meesterlijke wijze de wereldliteratuur overtreft. Hij behaalde de negende plaats in de verkiezingen voor de Dichter des Vaderlands in 2000 door terecht honderden malen op zichzelf te stemmen. In de Dichter des Vaderlandsverkiezing van 2004 behaalde Ilja maar liefst drie stemmen van de 1051. Hoewel Simon Vinkenoog met 21% van de stemmen deze verkiezing won, accepteert Ilja deze overwinning natuurlijk niet en noemt zich sedert 21 maart 2004 de enige echte Dichter des Vaderlands. Hij schrijft intellectualistische poëzie en polemiseert met de dichters van het brave, vormvaste, toegankelijke werk. Zijn gedichten zijn geestig en afwisselend. Ze gaan over massatoerisme, zinloos geweld en snelle reclamejongens, maar vooral over de liefde voor minderjarigen. Ilja Leonard Pfeijffer is doorgebroken in de Nova-tv documentaire (24-1-2001) over zijn leven en werken, waarin hij korte metten maakte met de Nederlandse poëzie en Serge van Duijnhoven in het bijzonder. Hij schrijft dan ook de beste gedichten van heel het land, veruit superieur aan de valse en leugenachtige verzen van Rutger Kopland, Jean Pierre Rawie, M. Vasalis, J.A. Deelder, Judith Herzberg, Toon Hermans, Gerrit Kouwenaar, Anna Enquist, Gerrit Komrij, Nel Benschop, Willem Jan Otten en al die andere Nederlandstalige dichtertjes. Ilja Leonard Pfeijffer is behalve oudleerling van het St.-Maartencollege Voorburg en omgeving ook de zoon van leraar Nederlands Leo Pfeijffer. Hij is een landelijk belangrijk dichter en begenadigd classicus. Ilja werkte aan de Rijksuniversiteit Leiden, tot hij van het Fonds voor de Letteren 68.000 euro kreeg. Ook is hij daarnaast belangrijkst redacteur van De Revisor. Luister hier naar Ilja Pfeijffers uitleg over wat poëzie is (realplayer). 'Ik heb actie gevoerd alleen om te voorkomen dat J.P. Rawie tot 'Dichter des Vaderlands' verkozen zou worden' (I.L. Pfeijffer, NRC Handelsblad, 10-3-2000) 'Internet heeft vooral een functie als podium voor beginnende dichters' (I.L. Pfeijffer, Poetry International, 21-6-2000) 'Onbegrijpelijke poëzie is altijd beter dan makkelijke poëzie' (I.L. Pfeijffer, Bzzllettin, oktober 2000) "Het is niet mijn ambitie om te bekoren" (I.L. Pfeijffer, De Volkskrant, 20-1-2001) 'Ik heb Neeltje Maria Min eens horen voordragen. Slap en oppervlakkig. Ik kreeg de neiging om haar van het toneel af te slaan en het over te nemen' (I.L. Pfeijffer, Volkskrant, 20-1-2001) 'Het is afgelopen met de poëzie. Verbieden. Verbranden' (I.L. Pfeijffer, Volkskrant, 20-1-2001) 'Poëzie moet elitair en onbegrijpelijk zijn' (I.L. Pfeijffer, Nova, Nederland 3, 24-1-2001) 'Er zijn veel redenen om Anna Enquist te verguizen. Om te beginnen hebben haar poëziebundels een verdacht hoge oplage. Het is pathetisch, sentimenteel en goedkoop' (I.L. Pfeijffer, Vrij Nederland, 27-1-2001) (I.L. Pfeijffer, Vrij Nederland, 26-5-2001) 'De dichter dient te zijn zoals ik, de berekenende
gluiperd die er heel hard aan werkt om spontaan te lijken.'
(Ilja Leonard Pfeijffer, De Revisor, 2001/2). 'Ik ken geen enkele kwaadaardige of jaloerse dichter (behalve Bart FM Droog, maar dat is geen dichter).' (Ilja Leonard Pfeijffer, Trouw, 12-10-2001) 'Je bent de meest toonaangevende dichter van dit moment' (Ilja Leonard Pfeijffer in Revisorbrief aan Droog, , 15-10-2003) 'Het komt bijna nooit voor dat je als dichter gevraagd wordt in je eentje een avondvullend programma te verzorgen, dus meestal ben je in het gezelschap van een aantal andere dichters die er net zo weinig zin in hebben als jij om op zaterdagavond in de Openbare Bibliotheek van Almelo te zijn. Verdere verbroedering vindt plaats door gezamenlijk gekanker op de organisatie. Dat gaat bijna altijd over het geringe aantal consumptiebonnen. Maar soms heeft de organisatie het in haar hoofd gehaald om de optredens van de dichters te omlijsten met drie keer een halfuur cajun-muziek- "Als iemand jou zou vragen," zei Mustafa Stitou, "om voor vijfhonderd gulden op zaterdagavond in Almelo anderhalf uur naar cajun-muziek te luisteren, zou jij dat dan doen?" (Ilja Leonard Pfeijffer, Trouw, 12-10-2001) "De reacties [op de mythe] verbaasden me enorm. Zowel de hoeveelheid als de felheid. Vooral als je dan zoiets schrijft in 'Bzzlletin', een tijdschrift dat nooit iemand leest." (Ilja Leonard Pfeijffer, in interview door Arjen van Veelen, november 2001) Over Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten van Adriaan Jaeggi: "Deze poëzie is inhoudelijk leeg, gewoontjes wat betreft de formulering en laf omdat zij zich niet op het spel durft te zetten, maar zich verschanst. En haar masker is vals, zoals alle toffe mannen nep zijn." (Ilja Leonard Pfeijffer, NRC Handelsblad, 11-10-2002) "Als de recensent mijn gedichten niet goed begrijpt, word ik boos." (Ilja Leonard Pfeijffer, in interview in BN/De Stem, 18-10-2002) Pfeijffer houdt niet van het autobiografische schrijven. Hij weet niet of hij de prozaïsche wereld net zo tegen haar schenen zal trappen als de poëtische, maar een dankbaar onderwerp om te bekritiseren heeft hij er wel mee gevonden. "Er is een mode ontstaan die legitimeert dat een boek vanzelf goed wordt als het autobiografisch is. Ik vind dat een rare opvatting van literatuur. Wat ik bedoel? I.M. van Connie Palmen en dat soort flauwekul." (Ilja Leonard Pfeijffer, in interview in BN/De Stem, 18-10-2002) Een van mijn drie favoriete boeken uit 2002: Rob Schouten: Lusthof - In precieze, rake en hilarische zinnen geeft Rob Schouten een compromisloos laconiek en zonder twijfel volslagen autobiografisch verslag van lummelig en lapzwanserig overspel en tekent hij in zijn weinig daadkrachtige hoofdpersoon een onvergetelijke held van deze tijd. (Ilja Leonard Pfeijffer, NRC Handelsblad, 27-12-2002) Ik doe het doelbewust, ik wil Kopland echt raken en elk middel is geoorloofd voor de heilige zaak die poëzie heet. Met open vizier zeg ik: Kopland, kom maar op. Hij is van grotere naam en faam dan ik, hij kan zo terugslaan. (...) Het mooiste zou natuurlijk zijn dat dichters als Nooteboom, Kopland of Van Deel mijn boek lezen en vervolgens tot de conclusie komen: 'Ilja heeft volledig gelijk, ik stop met de poëzie.' Dan heb ik echt wat bereikt." (Ilja Leonard Pfeijffer, HP/De Tijd, 20-6-2003) 'Tjitske Jansen is natuurlijk niks' (Ilja Leonard Pfeijffer, Utrechts Nieuwsblad, 10-11-2003) '[De gedichten in de bundel Fietser naar niets van Ad Zuiderent] zijn niet alleen het product van een poseur die niets te melden heeft, maar ontberen daarenboven elke urgentie' (Ilja Leonard Pfeijffer, NRC Handelsblad, 20-8-2004)
Als je in Nederland op zoek gaat naar enkele debuterende
dichters, kom je bijvoorbeeld terecht bij Ilja
Leonard Pfeijffer. Dat mag, maar dan rijst de vraag:
waarom komen de interessante jonge dichters momenteel
uit Vlaanderen?
(Hugo Bousset, toespraak bij presentatie
Dietsche Warande & Belfort 2000/5)
Die Pfeijffer is gewoon een hypocriete zak. ''Het' stapelde leugen op leugen en zoog zo twee groeperingen uit z'n duim' (NRC Handelsblad, 30-3-2001) De dichter is niet een vuurvogel, zoals Ilja Leonard Pfeijffer wil, de dichter in Het glimpen van de welwiek is een doordraaiende monomaan met een kop vol woorden, en met een kop vol ideeën over wat poëzie is, en daar voornamelijk over schrijft in plaats van haar te doen ontstaan. Hoe lang is dergelijke poëzie vol te houden? (De Groene Amsterdammer, 7-4-2001) Door de onverstaanbaarheid van een gedicht te verdedigen met het verwijzen naar de ingewikkeldheid van de werkelijkheid draai je de zaken om en reik je jezelf een brevet van onvermogen uit. (Vrij Nederland, 21-4-2001) Het afgelopen jaar heeft Pfeijffer enkele malen in de schijnwerpers gestaan, vooral toen hij in 'Bzzlletin' probeerde aan te tonen dat moeilijke poëzie altijd beter is dan gemakkelijke, een bewering die door vlotte podiumtijgers als Bart FM Droog, Olaf Zwetsloot en Ruben van Gogh hoog werd opgenomen. Inderdaad overspeelde Pfeijffer hier zijn hand. (Piet Gerbrandy, Volkskrant, 4-5-2001) Hij schrijft, zo zegt hij zelf, voor het papier, voor de eeuwigheid. Aan woordgrapjes en verrassende wendingen doet hij niet, hij schrijft intellectualistische poëzie, ontdaan van het verhevene. Volgens de classicus halen dichters als Van Duijnhoven de poëzie in zijn geheel onderuit, doordat zij de verhevenheid van het dichten niet serieus nemen. (Karin Wijnen, Brabants Dagblad, 18-1-2002) Maar een feestje om te lezen is het alleen al omdat ik weet dat die ontzettende lul van een dichter, hoe heet-ie, kom, Leonard Huppeldepup Pfeiffer bij bestudering een hartverzakking krijgt, want [Martin] Brils gedichten zijn veel te begrijpelijk en die Leonard Huppeldepup Pfeiffer vindt dat poëzie hermetisch gesloten moet zijn. Maar/hermetische/poëzie/is/een/dooie/mossel. (Hugo Borst, Algemeen Dagblad, 31-1-2002) Pfeijffer is in Rupert melig en studentikoos (Onno Blom, De Standaard, 6-3-2002) Pfeijffer, een langharig speelgoeddier (Jacob Moerman, Groninger Dagblad, 22-3-2002) Ooit heette het jatten, toen plagiaat, toen postmodern citeren: de teksten van andere schrijvers als eigen woorden in je boek verwerken. Schrijvers die tekst van een andere schrijver 'lenen', gaven er verschillende verklaringen voor. Rob van Erkelens die voor de liefdesscènes in zijn roman Het uur van lood citaten van Nabokov en Ronald Giphart gebruikte, gaf als reden dat hij hun werk niet nog eens over hoefde te gaan doen. Adriaan van Dis raakte in de war tussen wat hij bedacht had en wat hij overgeschreven had. En Ilja Leonard Pfeijffer, die zijn tegelijkertijd verschenen roman Rupert en dichtbundel Dolores volstouwde met citaten van anderen (voornamelijk uit T.S. Eliots The Waste Land), deed het, naar eigen zeggen, 'omdat je het je lezers niet te makkelijk moet maken'. Wat onmiddellijk de vraag oproept: waarom moet je het je lezers per se moeilijk maken? Heeft Pfeijffer niet zelf gesneerd, in een interview in Vrij Nederland: "Zo'n Nooteboom, die eigenlijk niets te melden heeft, maar dat moeilijk op gaat schrijven om interessant te doen. Bah, dat is mensen kwellen." (Adriaan Jaeggi, Het Parool, 22-3-2002) "Bovendien, voor je het weet, vergeet je dat Pfeijffer jongleert met citaten uit het werk van goddelijke schrijvers, maar zelf een charlataneske woordkramer met valse papieren is." (René Puthaar, De Groene Amsterdammer, 13-4-2002) "Na een muzikaal intermezzo met weemoedige zigeunermuziek door kunstenaar Armando en zijn kwartet, kwam dichter Ilja L. Pfeiffer aan het woord. Hij droeg een lang en lastig te volgen gedicht voor met veel bombastisch allitererende climaxen als 'sneeuwen op snevende legers sneeuwen in salons met een geweer/achter de deur harten in harnas breken fee van dwalers'. Pfeiffer gaf zijn visie op Europa in een woeste compilatie van mythologische en historische beelden. Met een zucht van verlichting begaven de genodigden zich daarna naar de kunst in de zomerzon." (Haagsche Courant, 25-6-2002) PFEIJFFER SCHRIJFT AUTOBIOGRAFIE Amsterdam - Ilja Leonard Pfeijffer gaat een autobiografie schrijven.
De 35-jarige dichter, die jarenlang geworsteld heeft met een drank-
en drugsprobleem, heeft een contract getekend bij De Arbeiderspers.
Het boek wordt vernoemd naar een hit van hem: De vette engel. "Een goed gedicht krijg je niet zomaar kapot. De dichter-polemicus Ilja Leonard Pfeijffer doet in het nieuwe nummer van De Revisor een poging Rutger Kopland te onthoofden door in te hakken op diens klassieker 'Jonge sla'. Alles haalt Pfeijffer uit de kast om Kopland belachelijk te maken: door de erudiet uit te hangen ('Jonge sla berust op één stijlfiguur, de priamel, en Kopland past die retorisch niet correct toe'), door te honen ('de poëziealbumrijmpjes doen het beter'), door op de man te spelen (vorig jaar zag Pfeijffer de bekende dichter op een feestje uitgelaten hupsen op salsamuziek, 'alsof hij net de Nobelprijs had gewonnen'), door maar te herhalen dat Kopland een brave venter van vals sentiment is. Het werkt niet. We weten dat Ilja Pfeijffer maar één type dichtkunst tolereert, namelijk woorddronken Lucebert-epigonisme, maar hadden dat reeds begrepen uit Pfeijffers eigen gedichten, die daverend kunnen rondzingen maar zelden bljven haken. Lucebert deed het beter. 'Jonge sla' van Kopland komt ongebutst uit deze machteloze aanval te voorschijn." (Arjan Peters, De Volkskrant, 30-4-2003) "Een belangrijke vraag is of Komrij zijn positie gebruikt om oude rekeningen te vereffenen. Een nog belangrijker vraag is of je daarom kruiper moet worden in het waaigat van windkoning Komrij. Ik meen van niet. Zelfs niet als hijzelf en paladijnen als Pfeijffer als absolute vorsten regeren over het poëzielandschap. In het maken van vijanden heeft Komrij namelijk een kroonprins gebaard: Ilja Leonard Pfeijffer. Pfeijffers grootste ambitie is het om Komrij op te volgen. Hij stemde
bij de verkiezing tot Dichter des Vaderlands een paar honderd keer op
zichzelf. Ik hoor Pfeijffer als criticus van NRC Handelsblad wel over
allerlei te verwerpen toegankelijkheid, maar nooit over de toegankelijkheid
van Komrij's gelegenheidsgedichten. Ik voorspel nu al: mocht Ilja Leonard
Pfeijffer ooit Dichter des Vaderlands worden - hij gaat de volgende
keer vast een paar duizend keer op zichzelf stemmen - dan wordt het
nog erger. Die heeft een poëzie-opvatting die geen enkele tegenspraak
duldt. Trek uw rooie boekjes maar vast uit de kast." bereidheid tot zelfkritiek of debat lijkt zoiets niet te wijzen. Eerder op een uit haar hengsels gegroeide ironie." (Stefan Hertmans, NRC Handelsblad, 19-9-2003) BOEKINGEN SSS UITGEVERIJ
LINKS |