laatste update 18 mei 2006 (click for English version)
In 1993 begon hij met het schrijven van
essays voor het weekblad De
Groene Amsterdammer; in 1996 werd hij poëzierecensent
bij De
Volkskrant. Raadpleeg ook www.google.com
voor nog meer over Piet Gerbrandy. (-) Geen griepje, nee liever steriele die doorschreeuwt als ik niet meer hoor, Anonymus, particulier verzekerd. © Piet
Gerbrandy, 1996 Wie beefde hier zee? Wie traant op het wad? Blondbaardige jutters versteven, schutterig Geblazen sirenen kondden de komst De burgervader glom, had nog En morgen spoelt het krappe lijfje © Piet Gerbrandy, 1999 uit Nors en zonder haten (Meulenhoff) (-) Hun boren valse bellen in hun oren. Hun likken met nikkelen tong. Hun verlakken hun brauwen en lokken. Hun lijmen glanzende klauwtjes. Hun lijven wie verstijven in tot zog. In klei wroet gewei naar verblinding. Hun raggen hitten af in gitten bedding. In veen hapt lijk naar ontbinding. Beregend zij de tucht van hun steppen © Piet
Gerbrandy, 2003 (-) Ratstaart vijlt zich je kaak in knaagt aan vreetlust zijn wortels maar pijn maar pijn is de vriend van onthechting. Ook buiten bundels van lamplicht ook achter het oog van je lief Je
glimlacht naar de bultrug die je foltert. Ook de koek van de harige moeder baart
grond waarin walnoot zich hardt. © Piet
Gerbrandy, 2003 CONTACT BOEKINGEN SSS Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online |