JE BLIJFT LACHEN

Ergens in de vorige eeuw verscheen in een Rottend Staal Nieuwsbrief een collage van foutieve mediameldingen over De Dichters uit Epibreren. Het leverde een vrij komisch resultaat op (raadpleeg hiervoor het Rottend Staal archief). Nu, ruim in deze olijke nieuwe eeuw en danig gewend aan het klakkeloos overschrijfgedrag in met name de landelijke gedrukte media, een oud-Nederlandse traditie die maar niet wil uitsterven, kan ik me niet meer dan vermaken over de verzamelde verspreide nonsens. Neem nu dit:

   ....' dicht op z'n openlijkst. Hij schrijft het tegendeel van autonome poëzie. Zijn gedicht heeft geen voorgevel, men kan zo bij hem op tafel kijken, het gedicht zién gebeuren, zijn verbeelding de beelden zién vangen en transformeren (...)'

Wie denkt dat dit geschreven is naar aanleiding van Ruben van Goghs bloemlezing Sprong naar de sterren (Kwadraat, 1999) of over een dichter uit deze anthologie met 'gebeurende' en 'morfende' poëzie zal raar opkijken bij de onthulling dat het hier een recensie betreft van 23 januari 1965, geschreven door Carel Dineaux, gepubliceerd in de Provinciale Overijsselse en Zwolse Courant, naar aanleiding van de bundel Who's who in whatland (De Bezige Bij, 1964) van Louis Th. Lehmann. Als ik dan ook nog eens refereer aan de in 1959 in het kader van de Boekenweek verschenen bloemlezing De muze en het heelal, vol poëzie die 'zichtbaar beïnvloed is door (...) de technologie' (dit laatste citeer ik van de achterflap van Sprong naar de sterren maar had evenzeer op de achterkant van het boek uit 1959 kunnen staan) zal snappen dat er in dit land iets grondigs mis is met het kritisch vermogen van te veel journalisten. 

Iemand die dat snapte was Karien Wagemakers, de toenmalige uitgever van Kwadraat. Ik vroeg haar eens waarom de achterflaptekst op Van Goghs bloemlezing zo misleidend was. Ze antwoordde: 'Ik weet dat het niet klopt, maar het is aan de media dat aan te tonen.' Ondertussen pende vrijwel elke krant van het land de tekst ijverig over en ging er serieus op in. Wagemakers stelling bleek te kloppen.
Als je in dit land maar met een stalen gezicht onzinnige stellingen verkoopt is het succes gegarandeerd. Een collega-dichter uit het Leidse heeft dat meer dan aangetoond door de oude onzinnige en nutteloze discussie moeilijk/makkelijk nieuw leven in te blazen - en nog met succes ook. Dus, lieve lieve mensen: staakt voortaan uw moeizame pogingen om tot wijsheid en inzicht te komen - dat heeft geen enkele zin. Het onzin verkopen is tot norm verheven - prijst de heer! Gaat heen en verheugt u - het idiotisme kan toch zo bevrijdend werken.

Bart FM Droog, gedwangbuisd te Zuidlaren, 22 januari 2001 






UITGEVERIJEN MET WEBSITES? - O MY GOD! (FEBRUARI 2001)
 
Wat is er toch aan de hand dat het gedrag van een aantal uitgeverijen op internetgebied kan verklaren? Deze week lanceerden er een aantal (De Arbeiderspers, Archipel, Athenaeum - Polak & Van Gennep, De Bezige Bij, Cargo, Nijgh & Van Ditmar, Querido, Thomas Rap, Singel pockets - allen onderdeel van uitgeefmoloch De Weekbladpers Groep) de site www.boekboek.nl. Een absolute ramp: de site had beter zoekzoek.nl kunnen heten. De site lijdt aan een onoverzichtelijke navigatie, lange wachttijden voor non-informatieve stukjes.... hrrrgh. En dan te bedenken dat er maar liefst vier mensen aan werken - zo meldt het NRC Handelsblad van 9 februari 2001, dat verder rapporteerde: 'reusachtige website'.
Het zoeksysteem op de site vertelde me (bij het zoeken op ''Lehmann") dat ik de naam 'Lehmann' waarschijnlijk verkeerd gespeld had, want het zoeksysteem had voor me geen auteurs van die naam op www.boekboek.nl  kunnen vinden. En dat twee maanden na het verschijnen van diens Gedichten 1939-1998 bij De Bezige Bij. Die overigens nu over maar liefst drie sites beschikt: naast het ergerlijke boekboek.nl is er ook www.debezigebij.nl en  www.boekenweb.com. Geen ervan meldt ook maar iets over deze auteur. Nee, veel aandacht voor Harry Mulisch, trotse eigenaar van de in opdracht van De Bezige Bij vervaardigde www.mulisch.nl . Inderdaad, ook weer zo'n onoverzichtelijke, irritante site die je als gemiddeld bezoeker verlaat nadat je na lang zoeken nog geen greintje betrouwbare informatie hebt gevonden. Kortom: zo moet het dus niet. Zullen ongetwijfeld ook de internetgoeroes van Bert Bakker / Prometheus / Ooievaar denken, die gewoon de rug recht houden en stug op www.pbo.nl volharden met het presenteren van hun fondslijst uit 1998 als dé fondslijst. Dat van de boeken op die lijst intussen het merendeel verramsjt is stemt tot nadenken.

©  Bart FM Droog, 9 februari 2001

terug naar boven


UITGEVERIJEN MET WEBSITES? - EEN ONDERZOEK (AUGUSTUS 2000)

Wie op Nederlandse literaire websites rondsurft komt vaak een lijstje van uitgeverijen met websites tegen. Goh, boeiend, denk je dan, en je klikt op de link in de hoop kakelverse informatie over nieuwe boeken en auteurs tegen te komen. Maar zoiets kan je beter laten. Querido's website bestaat bijvoorbeeld uit niets dan een visitekaartje en enige informatie over de kinderboeken. Bij de gecombineerde uitgeverijen Bert Bakker/Prometheus/Ooievaar is een fondslijstje aan te treffen. Uit begin 1999! De Bezige Bij's en Contacts websites bestaan uit niets anders dan directe verwijzingen naar het internetboekverkoper Boekenweb.com en kunnen dus eigenlijk geen eigen sites genoemd worden. De Harmonie's sites is nog altijd onder constructie en Vassallucci's site is als de uitgeverij zelf: veel geschreeuw en weinig inhoud. Tja, een aankondiging dat ze binnenzeer een literair internettijdschrift gaan uitbrengen. Een mededeling die in het bericht zelf al ontkracht wordt door het statement dat daarop hoofdzakelijk werk van de eigen auteurs aan te treffen zal zijn, omdat deze 'beter' zouden schrijven dan overige auteurs. Komen we eindelijk op een serieuze site: Meulenhoff. Ziet er wel aardig uit maar kent in het ontwerp een essentiële fout door de eigenlijke site 'storefront' te noemen. Dit duidt namelijk op het bestaan van 'affiliate sites', een handig truukje om meer publiek te trekken door voor één eigenlijke site meerdere domeinnamen te gebruiken, waarbij de argeloze bezoeker denkt ruim keus te hebben maar in feite te maken heeft met één bedrijf. Affiliate sites van Meulenhoff zijn bijvoorbeeld de 'Arena' en 'De Gids' sites. Niet bezoeken dus, want het enige wat deze sites doen is naar de Meulenhoff site doorlinken. Het is overigens ook erg dom van Meulenhoff om affiliate sites te gebruiken: de betere zoekmachines weren deze zo veel mogelijk en vaak ook de frontstore sites, omdat ze de internetsurfer misleiden.

Enfin, gelukkig zijn er ook nog uitgeverijen die hun sites iets serieuzer nemen: De Geus, Bornmeer, BZZTôH, Kluitman, Passage en Frysk en Frij hebben bijvoorbeeld goed verzorgde pagina's met betrouwbare informatie, waarin de reclamepraat - niet te vermijden op sites van commerciële uitgeverijen - op een acceptabel niveau blijft. Toch vreemd dat nog geen enkele grachtengordeluitgeverij op de gedachte is gekomen iets soortgelijks te fabriceren. 

Welaan, kijk op het Schrijversnet.nl in de rubriek 'uitgeverijen en organisaties' en bestudeer zelf de merkwaardige wereld van literaire uitgeverijen op het net. Waarbij het mij overigens een raadsel blijft waarom veel uitgeverijen en organisaties met een zogenaamde website vermeld staan, terwijl deze geen eigen sites hebben. 

©  Bart FM Droog, augustus 2000.  

terug naar boven


LITERAIRE TIJDSCHRIFTEN ONLINE? HALLO ZEG.

Stand van zaken, december 2000. Een update.

Na de eerste inventarisatie zijn er drie maanden versteken. Een redelijke termijn om weer eens wat aandacht aan de bladen te besteden. De Opkamer heeft inmiddels de linkslijsten gealfabetiseerd, waarvoor hulde, of, om het in de woorden van Ingmar Heytze te zeggen: duizend bloemen. Maar: een check of de desbetreffende sites nog wel op het eens opgegeven adres te vinden zijn is schijnbaar achterwege gebleven. En, na een kleine test door middel van het invoeren van nieuwe links verschijnen deze onderaan de lijsten, niet gealfabetiseerd. Het systeem dat iedere gek links aan een site kan toevoegen kan beter gewijzigd worden in het suggesties voor links aan de redactie per email zenden. Deze kan dan de sites checken en eventueel in de juiste lijst op de juiste plaats toevoegen. De Opkamer blijft desondanks in mijn ogen - naast Rottend Staal Online natuurlijk - een van de betere literaire online tijdschriften. Waarvan de strikt literaire inhoud helaas te weinig ververst wordt, maar het prikbord en de linkslijsten blijven hun functie bewijzen. 
In de topdrie van 's lands literaire online tijdschriften wil ik naast de hierboven genoemde zeker Chroom Digitaal plaatsen. Mooi vormgegeven, vaak geupdate, rijk van inhoud, betrouwbare informatie. Een prachtvoorbeeld van wat tijdschriftmatig op het internet mogelijk is. En het aardige is dat deze site zowel toegang biedt tot als een breed platform is van een grote groep auteurs die door de zogenaamde 'officiële literatuur' verzwegen wordt. Ik zou deze auteurs onrecht aandoen door hen te etiketteren als 'religieuze auteurs'. 'Chroom Digitaal' draagt als ondertitel 'Religie in de literatuur', en misschien kan ik het beter bij deze ondertitel houden. Want het is exact waar het op deze site om gaat. Bezoek 'Chroom Digitaal' onbevangen en maak kennis met boeiend werk van auteurs die vanuit christelijke grondhouding schrijven, hetgeen niet impliceert dat ze met elk gedicht of verhaal je willen bekeren of beletten seks voor het huwelijk te hebben.

Natuurlijk kan ik niet voorbijgaan aan de sites van de zogeheten 'gesubsidieerde' bladen. Die stuk voor stuk letterlijk in de vorige eeuw zijn blijven steken. Klikt u maar eens op 'De Revisor' of BZZlletin en verwonder u over wat deze sites nu eigenlijk willen of zijn. In mijn opinie niets, en ik stel de verenigde Nederlandse literaire webmasters dan ook voor om niet meer naar zulke loze sites te linken. Het kost de internetsurfer alleen maar telefoontikken en ergernis.

Tja, en dan Vassallucci's eens zo geruchtmakende tijdschrift Nulnul. Met veel tamtam aangekondigd in de komkommertijd, opgestart op 9 september 2000 en nu, op 2 december 2000, nog steeds hetzelfde. Ook voor deze site is mijn advies: niet bezoeken, niet linken: het is een reclame-site en hoort niet thuis in rijtjes van 'literaire tijdschriften online'. Enig kritisch onderscheidingsvermogen zou zowel literaire webmasters alsmede het journaille toch niet vreemd moeten zijn?

Kom ik tot slot op een aardig, nieuw online tijdschrift: 'Plankenkoorts', uit het Eindhovense. Een mooi voorbeeld van hoe het ook kan. Met liefde gemaakt door enthousiaste mensen - ja, waren er maar meer van zulke sites.       

© Bart FM Droog, december 2000


 


Stand van zaken, september 2000

Net als bij de meeste uitgeverijen die pretenderen online te zijn, is op de situatie van de online literaire tijdschriften het predikaat 'huilen met de kraan open' toepasbaar. Wie vol verwachting de zogeheten 'online'-tijdschriften bezoekt vindt doorgaans niets anders dan inhoudsopgaven van voorbije nummers, berichten dat de site 'onder constructie' (= niet bestaand) of slechte reclamepraat. Opvallend is dat vooral tijdschriften die verschijnen bij de grotere uitgeverijen aan deze mankementen lijden. Hetgeen erg vreemd is, want uitgerekend deze bedrijven beschikken over het geld om professionele webmasters in te huren die zouden moeten weten waarmee ze bezig zijn. 

Maar misschien ligt juist daarin de kern van de zaak besloten: de literaire online tijdschriften die wel de moeite van het bezoeken waard zijn geen van allen gelieerd aan uitgeverijen en het merendeel wordt gemaakt door gedreven vrijwilligers: Weirdo's, Het Plantsoen, Meander, Het Dichtersweb, Skimo, , etcetera. Opvallend bij deze tijdschriften is dat het merendeel van de erin gepubliceerde gedichten afkomstig is van dichters die in de zogeheten gevestigde bladen geen publicatiemogelijkheid geboden wordt. Meander is volgens mij de belangrijkste literaire site van het land: links naar vrijwel alle literaire sites zijn er op te vinden, zoveel zelfs dat je zou kunnen stellen dat er een overkill aan informatie op aan te treffen valt, want wat heb je bijvoorbeeld aan links naar de non-sites van uitgeverijen? Hoewel Meander eigenlijk geen online tijdschrift maar een email tijdschrift is dat wekelijks verschijnt, zijn de afzonderlijke nummers wel online in hun geheel  te lezen, hetgeen Meander tot online tijdschrift maakt.

Eén onafhankelijk online tijdschrift beschikt wel over geld: De Opkamer. De Opkamer was Nederlandse eerste online literaire tijdschrift en misschien zorgt de combinatie van 'de eerste' en 'het hebben van geld' voor het in werking treden van de wet van de remmende voorsprong: de inhoud wordt te weinig ververst, veel van de links werken niet en kleine redactionele ingrepen zoals het op alfabetische volgorde brengen van links blijven achterwege.

Opgericht door Renzo Kooi is De Gekooide Roos een prachtig voorbeeld hoe het ook kan: een boeiende mix van bekende en onbekende auteurs, met een prettige, rustig vormgeving  Maar: wordt slechts vier keer per jaar ververst. 

Kern van de zaak blijft dat vrijwel niemand begrijpt wat de essentie van internettijdschriften is: het wekelijks, maandelijks, tweemaandelijks etc. uitbrengen van een nieuw nummer hoort thuis in de wereld van de papieren tijdschriften. Internet biedt juist de mogelijkheid tot het dagelijks, zo niet meermalen per dag, verversen van de inhoud. Deze voortdurende stroom van verse informatie - onmogelijk in papieren tijdschriften - is wat een site van een tijdschrift voor bezoekers interessant maakt. Niet de technische foefjes, fraaie vormgeving, bewegende lettertjes of geluids- of beeldopnamen. Want die zijn net zo makkelijk als geluids- of videocassette, cd of cd-rom bijlage bij papieren tijdschriften te leveren en hebben op het internet bovenal een grote irritatie-waarde vanwege de lange laadtijd die de bezoeker alleen maar geld kost.  

©  Bart FM Droog, september 2000    

terug naar boven

NEDERLAND TOLERANT? GIVE US A BREAK!

Bij alle ophef rondom de cultuurnota en de verdeling van de poet voor de kunsten is het ons opgevallen dat intrekking voor de subsidie voor AIDA (Association Internationale de Defense des Artistes), een organisatie die zich inzet voor gevluchte kunstenaars die in Nederland asiel hebben gevonden, blijkbaar geen nieuwswaarde heeft. AIDA is de enige culturele instelling waarvan het bestaan essentieel is voor een grote groep mensen. Het niet subsidiëren van een theatergroep of museum is jammer, het intrekken van subsidie voor AIDA is misdadig, omdat AIDA gevluchte kunstenaars uit landen als Irak, Ethiopië of Servië hier de mogelijkheid biedt te integreren in het culturele leven. Politici, en zeker ene geflipte knakker die onverhoopt tot staatssecretaris van cultuur benoemd is hebben hun mond vol over integratie en minderheden, zeker als ze dat geen geld kost. Intussen blijven ze miljoenen steken in projecten van hun vriendjes en laten ze de mensen die echt steun kunnen gebruiken stikken. Voor meer informatie over AIDA: Herman Divendal, AIDA Nederland, 020-671.37.86.

Trouwens, ook de tolerantie van de poëzieliefhebbers, althans de bezoekers aan de meertalige site van De Dichters uit Epibreren, is minder dan verwacht. Net als in België kent Epibreren-eiland een Duitstalige minderheid. In België vormt deze minderheid 1% van de bevolking, op Epibreren-eiland 33%. Vandaar dat ook op de site Duitstalige teksten en een Duitstalig gastenboek te vinden zijn. Duitsers zijn nu eenmaal een stuk gastvrijer dan de gemiddelde kaaskop uit dit zeverland. Bestudeer eens dat Duitstalige gastenboek en zie aan de reacties erin dat de zogenaamde toegenomen tolerantie ten opzichte van onze Duitse buren en zeker onze Duitstalige landgenoten echt niet zo veel verbeterd is als vele kranten de laatste week melden.  

Bart FM Droog, september 2000

terug naar boven