VRIJ NEDERLAND? (2)
Het is nu al de tweede maal
dit jaar dat de redactie van de Republiek der Letteren
(de literatuurpagina's van Vrij Nederland) eerst toezegt
een tekst van een dichter te plaatsen en vervolgens doodleuk
op de belofte terugkomt. Ditmaal overkwam dat de Utrechtse
dichter
Ingmar Heytze met zijn aangrijpende gedicht 'In ieder
leven valt een vliegtuig'. Al eerder overkwam iets soortgelijks
de dichter Bart FM Droog - zie de Rottend
Staal Online van 15 juni 2001. Wat is er toch aan
de hand bij Vrij Nederland? Liesbeth van Dalsum vroeg
Ingmar Heytze om nader commentaar.
Heytze: "Het gedicht is oorspronkelijk op
18 september 2001, een week na de aanslagen dus, gereed
gekomen - op eigen initiatief en zonder opdracht van wie
dan ook. Ik heb het naar mijn uitgever gestuurd, die er
de boer mee op ging en positieve reacties ontving van
Vrij Nederland en redelijk positieve van NRC Handelsblad.
Omdat VN (in persoon van hoofdredacteur Jeroen Vullings)
het eerste zei dat ze het wilden plaatsen, is het NRC
Handelsblad afgebeld. Waarna Vrij Nederland (in persoon
van eindredactrice Diny Schouten) de toezegging tot plaatsing
weer afzegde om redenen van ruimtegebrek."
Van Dalsum: Wat is de echte reden
waarom ze het na eindeloos heen-en-weer ge-email toch
geweigerd hebben? Denk je dat de tekst van het gedicht
te ruig werd geacht voor de Vrij Nederland-lezers?"
Heytze: "Ik kan geen zinnige
reden bedenken waarom VN een gedicht eerst wel wil plaatsen,
vervolgens niet, dan weer wel en vervolgens toch maar
niet. Ik hoef publicitair niet zo nodig te scoren over
het graf van duizenden onschuldigen, zoals alle media
de laatste weken hebben gedaan. Mijn enige wens is dat
dit gedicht de wereld in gaat, wat mij betreft desnoods
zonder auteursvermelding en met overmaking van eventuele
gages naar Artsen zonder Grenzen. Vrij Nederland heeft
die ambitie effectief om zeep geholpen."
Heytze's vers werd gepubliceerd in Vrijstaat Austerlitz
Online #6 en in Het ging over rozen, (Uitgeverij
Podium, 2002)
IN IEDER LEVEN VALT EEN VLIEGTUIG
Vergis u niet - de wereld snijdt men
sneller stuk met stanleymessen
dan met top-notch stealth-techniek
een slinger en een steen volstaan
één korrel zand en gans het raderwerk
loopt vast of zakt verbijsterd naar de vlakte
bent u opgekweekt tussen de mijnen
onder lenteregens van raketten
u danst bij dit bericht op straat
wat kan een dans voor kwaad dus dans
u wachten twintig maagden dans
de twintig maagden buitenkans
laat mannen zwemmen in zeeën van
vuur
laat vrouwen baden in vijvers van bloed
verzin een god van wie het moet
in ieder leven valt een vliegtuig
Ingmar Heytze, uit: Het ging over rozen,
Uitgeverij Podium, 2002
(Rottend Staal Online, 6-10-2001)
OPMERKELIJKE UITSPRAAK VAN MUSTAFA STITOU
VERS GEDICHT VAN INGMAR HEYTZE
Epibreren - Bij het schrijven van dit artikel is Mustafa
Stitou live in de uitzending van het Radio 747 AM-programma
Desmet
Live te beluisteren (na uitzending online na te luisteren).
Presentator Theodor
Holman ontlokte hem een paar bijzondere uitspraken.
In de eerste plaats liet Stitou weten niet beschikbaar te
zijn voor de functie van DDV, omdat hij simpelweg niet snel
gedichten kan maken. Holman refereerde bij de vraag aan
een gedicht bij de brief van Bernhard - wat mediawatchers
de indruk geeft hij daarmee doelde op het gedicht 'Ik acht
het mijn plicht' van Heytze & Mirck, dat gisteravond
op Rottend Staal verscheen.
Stitou werd vervolgens gevraagd of hij in de Dikke
Komrij staat, en zo ja met hoeveel gedichten. De
dichter beantwoordde deze vraag positief, maar niet erg
enthousiast. Desgevraagd leek hij een beetje zuur omdat
anderen met méér verzen vertegenwoordigd zijn.
Holman vroeg natuurlijk: 'wie?' En Stitou uitte zijn verontwaardiging
over het feit dat Ingmar Heytze
met meer gedichten in het lijvig boekwerk terug te vinden
is.
Onze sterverslaggeefster Liesbeth van Dalsum vertrok na
het horen van deze opmerking spoorslags naar Utrecht om
Heytze om commentaar te vragen.
Liesbeth van Dalsum: 'Zo! Epibreren-Utrecht in 1
uur en 4 minuten. Ben blij dat ik Ford
Mondeo rij! Zoeven, dat ding, over de A7, de A6 en de
A27, gewoon dolletjes! Maar goed, Ingmar Heytze, zoals je
las ben ik spoorslags naar jou gegaan voor je commentaar
op Mustafa Stitou's opmerking. Wat is het geworden?'
Ingmar Heytze: 'Ik heb niets anders te zeggen dan
wat in dit gedicht gezegd wordt. Het ontstond onlangs:
INTERVIEW
Ik wil geen schrijvelaars meer interviewen
want steeds wanneer ik dat probeer
begint het te stormen in het café.
Vroeger ging het nog. De tap
hield zich koest, de bar bleef intact
en niemand dacht dat thuis
het gas nog brandde.
Maar nu? Ik ben nog niet binnen
of er hangt al onweer in de lucht.
Sterkwaterflessen exploderen.
Muren beginnen bloed te zweten.
Iedereen herinnert zich opeens
een belangrijke afspraak.
Achterwaarts buigend verlaat
men mij, ten prooi aan de toorn
van o.a.
- de gekwelde dichteres
- de oorwurm-autobiograaf
- de eerzaam debuterende huisvader
- de varkensroze knuffeltruffel.
Monotoon las hij later voor.
Hij was klein, rond en dik,
hij had een zachte pik
en liefde zat in zijn kippenborst,
verzekerde hij bij herhaling.
En waarschijnlijk is dat alles waar,
maar ik, ik wil geen schrijvelaars
meer interviewen want
© Ingmar
Heytze, 2004
(Rottend Staal Online, 10-2-2004)
Deze pagina is onderdeel van het dagblad
voor poëzie Rottend
Staal Online
|