130 DICHTERS MET ROTTEND
STAAL-PAGINA'S
Epibreren - Vandaag betrokken drie nieuwe dichters vakantiewoningen
aan de Duindreef te Epibreren: Rick
de Leeuw, Wim
van Til en Joris
van Casteren, waarmee het totaal aantal dichters aan
de Duindreef op 130 gekomen is. Liesbeth van Dalsum herinnerde
zich echter een geschil tussen enerzijds De
Dichters uit Epibreren en anderzijds Joris van Casteren,
dus vroeg ze de laatste hoe het nu zat.
Liesbeth van Dalsum: "Waarom wil je zo graag
op Rottend Staal publiceren?"
Joris van Casteren: "Ik wil helemaal niet
'zo graag' op Rottend Staal publiceren. Dat het daar nu
toch van komt heeft de volgende oorzaak. Bij het construeren
van een aan mijzelf gewijde website door mijn pas uit
Zuid-Amerika teruggekeerde broertje, ontdekte ik dat er
allerlei schunnigs over mij geschreven wordt op jullie
site. Ik moest er wel om glunderen maar bemerkte ook enige
onjuistheden waar ik de heer Droog op geattendeerd heb.
Er werd onder meer beweerd dat ik in Lelystad zou wonen
(ik woon in Amsterdam), dat ik in Rottend Staal mijn eerste
verzen publiceerde (ik publiceerde mijn eerste verzen
in Maatstaf) en dat ik in de inleiding van mijn onlangs
verschenen boek over vergeten dichters een flink aantal
vakgenoten zou hebben geschoffeerd (ik schoffeer in dat
boek alleen de dichters uit Epibreren).
Bart is al tijdens het telefoongesprek aan het corrigeren
geslagen en in ruil voor zoveel vlijt bied ik hem ter
publicatie de gedichten 'China' en 'Daphne Deckers' aan."
Van Dalsum: "Wat was het doel van je gesneer
op Epibreren?"
Van Casteren: "Ik neem aan dat jullie je hier
afvraagt waarom ik in de inleiding van mijn vergeten dichters-boek
de Epibreren-dichters kwalificeer als 'immer verongelijkt'.
Dat komt omdat jullie je vaak en graag (maar niet altijd,
hoor!) roeren in - zeker in mondiaal opzicht - futiele
kwesties. Het lijkt, men sla de site er maar op na, soms
jullie lievelingssport om ruzietjes te kweken, aan te
wakkeren en met benzine te overgieten. Dat heeft mijns
bedunkens weinig met poëzie te maken en getuigt evenmin
van historisch besef. Wie die poëzie-historie bestudeert
ziet dat er tijden waren waarin werkelijk gestreden diende
te worden, soms ook door de immer bescheiden en thans
toch vergeten dichters in mijn boek, om het vrije woord
te kunnen laten prevaleren. Dat waren geen leuke tijden
want aan waarachtige poëzie schrijven kwam je nauwelijks
toe, druk als je was met het in stelling brengen van geschut
tegen een eerdere, pluche-vaste generatie. Thans hoeft
dat soort strijd niet meer geleverd te worden. We kunnen,
zoals ik schreef, allen vredig grazen in 'de hedendaagse
taaltuin'. Het mede door jullie geïnstigeerd gekissebis
over een kloof tussen 'podium- en leespoëzie' [sic!],
lijkt mij een bij voorbaat lang verloren achterhoedegevecht.
Ik heb uiteraard wel spijt van mijn uitlating want die
lijkt nu nog meer buiten-poëtisch gehaspel te veroorzaken.
Hopelijk hebben we nu vrede."
Van Dalsum: "Wanneer verschijnt
je volgende bundel en wat is de titel?"
Van Casteren: "Ik ben druk met de voorbereidingen
van de opvolger van de succesvolle serie over vergeten
dichters in De Groene. In Vrij Nederland start vanaf 1
januari 2003 een nieuwe reeks, ditmaal over vergeten romanciers.
Ik werk, gehinderd door tijdrovende journalistieke arbeid,
langzaam naar een nieuwe bundel toe die hopelijk in de
loop van volgend jaar gereed is. Werktitel: Jetlag
van een bomschoendrager." (Epibode, 26-11-2002)