De op 18 februari 1929 te Gramsbergen geboren Jan Johann Albinn Mooij woont te Groningen en is dichter en essayist. Hij studeerde wis- en natuurkunde en werd hoogleraar in de analytische filosofie (van 1970-1976), daarna in de algemene literatuurwetenschap, aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij werkte mee aan o.a. 'Raster' en 'De Gids'.

Een lezing van hem kunt u hier lezen. Wat hij voor de Groninger Stichting voor Wijsbegeerte betekende leest u hier. 

Zie ook www.google.com voor meer over J.J.A. Mooij.

Dichtbundels:

De ruimte van de tijd, Bert Bakker, Amsterdam, 1991

Lesbos, Exponent, Bedum, 1996.

In de bloemlezingen:

Gedichten 1990, Davidsfonds, Leuven, 1990

Wie waren het, die Rembrandt zagen?, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1992

Een engel zingend achter een pilaar, Sdu, Den Haag, 1992

Als een verre zee boven ons, Kwadraat, Utrecht, 1994

Het Hogere Noorden, Passage, Groningen, 1997

Omslag: