TJITSE HOFMAN

laatste update: 08-06-2009

Deze pagina wordt sinds juni 2009 niet meer bijgewerkt, dus wat betreft informatie uit het verleden nog steeds interessant, maar kijk op WWW.TJITSEHOFMAN.NL om de laatste ontwikkelingen te volgen.

 


Hofmans geautoriseerde biografie

Tjitse Hofman (Assen, 1974) groeide op in het Drentse dorp Gasteren. Hij verhuisde in1993 naar Groningen en woont sinds 2007 in Onderdendam.
Na diverse bundels met De Dichters uit Epibreren en meerdere losse publicaties
debuteerde hij met de bundel TV 2000 (Passage, 1999). Zijn tweede bundel, Roodvocht, verscheen in november 2003. In maart 2008 lanceerde hij in Vera te Groningen zijn meest recente werk Ajaa.

 

 

 

 

 

bestel

 



foto:Tjitse Hofman, 2007

Ajaa: Het vaak onheilspellende karakter van de teksten uit zijn bundels TV 2000 en Roodvocht maakt hier plaats voor een vrolijk absurdisme. Taxichauffeurs, vrienden geliefden, eenden in de plaatselijke gemeente vijver: ze moeten er stuk voor stuk aan geloven. Op papier en podium in samples en neo-Nederlands roept hij ze aan. Om met Marjan Berk te spreken: 'Hij dicht jong en heet'.

Online recensies van Ajaa: in de rubrieken van o.a.Literatuurplein, Club Propaganda, Woest en ledig, In Letterland, en het Volkskrantblog .

Bekijk op Youtube de Wordscape uitvoering van het gedicht 'Eiers'.


 

 

 

 

 

 

In 1996 zond de Humanistische Omroep Stichting een tv-portret van hem uit. Daarnaast was hij o.a. te zien op Vara-TV, NPS-TV en te beluisteren op Kink FM, VPRO-, Avro-, Vara-radio, BNR-nieuwsradio en vele regionale zenders.

Via Revu.nl valt het interview met Hofman in het programma 'Oeverloos' (Kink FM, 24-02-2008) nog te beluisteren.

Ook verscheen werk van hem in tal van bloemlezingen. Zie daarvoor de bibliografie .

Klik hier voor recensies van TV 2000
of hier voor recensies van Roodvocht.



 

Tjitse Hofman: Ajaa ISBN 97890 5452 180 8
48 pagina's / € 13,50

Tjitse Hofman: Roodvocht ISBN 90 5452 105 8
48 pagina's / € 13,00

Tjitse Hofman: TV2000 ISBN 905452 063 9
40 pagina's / € 11,34


Bestel hier een boek , benader SSS voor een boeking, of e-mail Tjitse Hofman.


HOFMANS GEAUTORISEERDE BIOGRAFIE

Tjitse Hofman, medeoprichter van De Dichters uit Epibreren (1994).
Geboren: 14-4-1974 te Assen.
In 1993 verhuisd naar Groningen, sinds 2007 woonachtig te Onderdendam
Eerste dichtpublicatie: in Vlammende Verzen, Rottend Staal Publicaties, 1994.
Eerste voordracht: Villa Weltevreden, Paterswolde, 26 maart 1994 (tevens het ontstaan van De Dichters uit Epibreren)
Eerste boek: Vlammende Verzen, Rottend Staal Publicaties, 1994.
Officiële debuut: TV 2000, Uitgeverij Passage, Groningen, 1999
interviews
complete bibliografie

Dichtvoordrachten gegeven te: België, Duitsland, Engeland, Kroatië, Nederland, Portugal, Zuid-Afrika en Zwitserland.
Prijzen: De Rottend Staal Cultuur Award 2001, Johnny van Doornprijs voor de gesproken lettteren 2003.

terug naar boven


foto: Jeroen van Kooten 2008

 

Interview Tjitse in 'Groninger Gezinsbode', 5-1-2001

Bespreking 'Hooi' door Daniël Dee

Tjitse Hofman en de theatergroep Tuig

Interview Tjitse in 'Nieuwsblad van het Noorden', november 1999

Interview Tjitse in 'De Gelderlander', november 1999

Recensie TV 2000 in 'Algemeen Dagblad'

 

terug naar boven


Ajaa - poëzie van Tjitse Hofman

Tjitse Hofman is bekend als podiumdichter. Voordragen doet hij erg overtuigend, en hij komt met veel dingen weg. Zo heb ik hem ooit tien minuten huppelend zien performen. En het werkte. Op papier is hij nu aan zijn derde bundel toe: Ajaa . Hofman lijkt in deze bundel aansluiting te zoeken bij de 'Rotterdamse School' van C.B. Vaandrager: hij schrijft rauwe, direct op de werkelijkheid geënte poëzie. Levert dat dan wel... poëzie op? Jazeker. Ooit noemde Piet Gerbrandy hem 'De flemende gek die je liever niet in een doodlopend steegje zou tegenkomen.' Die flemende gek is hij in Ajaa nog steeds, maar hij lengt zijn krankzinnigheid aan met een flinke dosis ironie, zoals bijvoorbeeld in 'Vollmilch Schokolade', het gedicht van de week.

(Chrétièn Breukers, De Pers, 18-03-2008)

Vollmilch Schokolade

Bijt na het ontleden
voorzichtig de Schokolade
doormidden om te zien
hoe zo’n Vollmilch
dan van binnen

Waarop het openbarst
en een bruine slak zich
tegen mijn wang kwakt
‘mit Caramel’
zie ik dan

In beduidend
kleinere letters.

© Tjitse Hofman uit: Ajaa, Passage (2008)

terug naar boven


Foto: Chris van Wierst

Foto: Chris van Wierst


TV 2000

Tjitse Hofman (is) in zijn debuut TV 2000 wars van vaste versvormen. Lange, bijna kale gedichten beschrijven verval, stillevens en doorleefde nachten. Soms vloeiend, vaak weerbarstig.

Hofman is een dichter vol bravoure, met archaïsche trekjes: 'Komaan', klinkt het in Waterlanders, 'stamp aan/hand in hand kameraden/ inspecteren dijkverzwaren/ (...) ageer tegen het dobberend vee.'

Ook geeft hij op eigen wijze geluid aan zijn beeldspraak: 'een binnenschip ramt/ de kanten van de gracht/ piepende klaagzang/ van schurend metaal/ roest vreet aan de randen.'

Hofman is vooral sterk als het om landschappen of stadsgezichten gaat. In de meer vleselijk georiënteerde gedichten overspeelt hij zichzelf soms. Zinnen als 'Wees los om je/ verlangen te warmen/ neem me mee/ in kermend genot' beginnen al te rieken naar haiku tijdens theekransjes op een verlopen zondagmiddag. En een gedicht dat eindigt met iemand die na een one night stand de ochtend fluitend tegemoet pist in de wasbak, blijft hangen in de anekdote.

Daar staan weer gedichten tegenover die uitgroeien tot mythische proporties. Het gedicht 'Per ochtend' wordt nog eens een klassieker. Lees alvast de slotstrofen: 'De middenstand was ook al op/ hing vlaggen uit waste ramen/ dronk koffie en herhaalde/ het schrobben van de stoep// De zon daagde pal boven de daken/ de natte sleur van de nacht/ nog niet helemaal weg/ en hamers klopten de ochtend los/ met ferme, ferme slagen.'

Hofman staat hiermee stevig aan de basis van de 21ste eeuw.

(Ruben van Gogh, Algemeen Dagblad, 18-2-2000)



Foto: Henk Veenstra
Tjitse Hofman tijdens de presentatie van zijn bundel TV 2000

terug naar boven



ORÉ-GANO GASME!

Je kunt ze morgen horen en zien in de trein van Arnhem naar Nijmegen en vice versa, de Dichters uit Epibreren. En anders wel Burgers' Bush in Arnhem of 's avonds in Diogenes in Nijmegen. De Stand-up poets uit het Hogere Noorden zetten het literatuurfestival De Wintertuin een dag lang luister bij met heftige en snelle optredens.

Bart FM Droog en Tjitse Hofman vormen samen met Jan Klug (rioolpijpschuif-)saxofonist en boventoonzanger, de Dichters uit Epibreren. Uit wat? Uit Epibreren, het allerkleinste Waddeneiland, Simon Carmiggelt kwam er wel.

"Hoe meer je in je hoofd hebt, hoe beter je je lichaam kunt gebruiken", zegt de jonge dichter ernstig over de wijze waarop de Dichters uit Epibreren de voordrachtskunst beoefenen. "Veel muziek, grote aandacht voor het theatrale aspect, maar... het draait allemaal om de poëzie. Waar het ons ten principale om gaat, is dat wij het hebben gehad met de saaie voordrachten. Wij hebben respect voor het publiek en gaan dus niet staan neuzelen achter een katheder vanwaar de dichter zijn verzen mompelt terwijl hij de mensen niet eens aan durft te kijken."

Hij is 25 jaar, komt uit Epi... eh, Assen, is vader van een dochter van anderhalf en debuteert binnenkort als dichter met de bundel TV 2000. Tjitse Hofman is zijn naam en hij maakt sinds de oprichting deel uit van het losvaste poëzieverband Dichters uit Epibreren. Ze reizen als podium- poëten al vijf jaar de wereld rond. Dat mag je tamelijk letterlijk nemen. Afgelopen zomer traden ze op tijdens het Faladura Festival in Porto en al voor zijn officiele debuut heeft Tjitse het titelgedicht van de bundel TV 2000 in Londen in Engelse vertaling ('In my disparity/ I sow anxiety') ten gehore gebracht. 'Sheer poetry' kopte een krant en op de BBC-radio vochten zij een 'battle of words' uit. Vandaag dragen de dichters hun werk voor op verschillende locaties tijdens het Arnhems/Nijmeegse literatuurfestival De Wintertuin.

"Je hebt er niet meteen een boterham aan", zegt de zorgvuldig kaal geschoren, geheel in het zwart gestoken dichter, "maar het ontwikkelt zich wel. in het begin waren we blij dat we ergens konden optreden, nu moeten zij blij zijn. Anders komen we niet. Uiteindelijk doe je het omdat het in je zit. voor mij is het een verslaving en dé manier om zielenroerselen kwijt te raken."

Het 'schuimt en bruist' in jullie verzen, schreef Kester Freriks en een Engels journalist had het over jullie 'bizarre podiumoptredens, wild, mannelijk, hartstikke gek en op het psychotische af.' Geldt dat voor al je poëzie?

"Ik schrijf in ieder geval niet met het oog op optredens. Er zijn gedichten die zich minder voor voordracht lenen. Net zo goed heb je gedichten die het op het podium hartstikke goed doen, maar die je - iets te flauw woordspelletje - absoluut niet in een bundel moet opnemen. En er zijn gedichten die het goed doen op het podium en die prachtig zijn om te lezen. Dat zijn dus de beste."

Het volgende bijvoorbeeld? Dat je op Internet hebt gezet?

Filmobsceniteiten

Ooh!

Pizzaliaanse

grijp je

aan de zwoele

strakke plasser

en laat hem zingen

oré-gano gasme.


[zie ook het bijbehorend foto]

"Heb laten zetten. Internet is hartstikke belangrijk, maar ik ben niet zo technisch. Ja, er zitten wel wat grapjes in dat gedicht. Vrolijk is het ook wel, ja, terwijl toch heel wat mensen onze optredens als deprimerend weten te ervaren. optreden, dat is sferen neerzetten. Snel, snelle muziek, geluiden. En dat levert soms donkere, vrij zwarte gebeurtenissen op. Het is maar wat je eruit pikt. Het hangt er ook ernstig van af wat jouw humor is. Sommige dingen die wij doen zijn heel serieus bedoeld. Niet om te lachen. Al mag dat wel."

De 'man van taal', de dichter Ruben van Gogh, heeft in zijn bloemlezing 'Sprong naar de sterren', met als ondertitel 'de laatste generatie dichters van de twintigste eeuw', gedichten van Bart FM Droog en van jou opgenomen, naast werk van dichters als Serge van Duijnhoven, Albertina Soepboer, Hagar Peeters, Ilja Leonard Pfeijffer en (Oh verbazing!) Erik Menkveld. Wat hen bindt, zo schrijft hij in zijn inleiding is het 'gebeurende' van jullie poëzie. Kun je daar wat mee?

Tjitse: "Het lijkt me een aardige poging om mensen aan elkaar te plakken, maar erg diep is die overeenkomst niet. Er staan gedichten in die bundel die best vijftig jaar eerder hadden kunnen zijn geschreven. Als je nou zegt dat er mensen in zijn opgenomen die de laatste jaren actief zijn. Ja inderdaad, ik kom die mensen vaak tegen bij optredens.

Uiteindelijk produceren we allemaal op individuele basis. In mijn geval kun je zeggen dat ik voorborduur op de traditie van de jaren zestig, op die van mensen als Johnny van Doorn, Simon Vinkenoog en Jules Deelder. Tegelijkertijd weet ik dat zij heel andere dingen deden dan ik. Ik hoef in ieder geval niemand meer te choqueren.

Je wilt weten hoe dat wat jij doet zich verhoudt tot de wereld en dat roept vragen op als: 'Wat spreekt mij aan in het werk van een ander? Waarom is dat zo? En wat doe ik er mee? Ik heb dat sterk met het werk van Jan Arends. Met zijn aandacht voor het nietige, of zo. ook met de manier waarop hij met perceptie speelt. Wat gebeurt er nou echt? En wat niet? En dat hij zo lekker kort van stof is, dat bewonder ik zeer.

Ben ik een romanticus? Nou ja, misschien heb ik wel dezelfde basic gevoelens als Slauerhoff. In ieder geval ben ik de laatste debutant van het millennium."

Vrijdag 19 november heeft in de Vera Club, Oosterstraat 44 in Groningen, 's avonds vanaf 21.30 uur de presentatie plaats van TV 2000, de bundel waarmee Tjitse Hofman debuteert bij Uitgeverij Passage. Aan die presentatie zetten collega's en vrienden als Bart FM Droog, Jan Klug, Herman J. van den Bold, Michael Hall, Martijn Woldring, De Kift en beeldend kunstenaar Alette de Groot kracht bij.

(Ton Verbeeten, De Gelderlander, 12-11-1999



Tjitse Hofman draagt het gedicht
Filmobsceniteiten voor, terwijl Kasper Peters... -
... terwijl Martijn Woldring in de achtergrond didgeridoo speelt.

terug naar boven


'IN GRONINGEN LIGT DE LITERATUUR OP HAAR KONT'

De stad Groningen blijkt een vruchtbare bodem voor het maken van poëzie. De dichters ter stede - jong en oud - blijken in trek op literatuurfestivals in het gehele land en duiken op in bloemlezingen. Met enige regelmaat verschijnt er een debuut, zoals vanavond de bundel TV 2000 van de in Assen geboren dichter Tjitse Hofman.

"Als je al vijf jaar bezig bent zoals ik, en er verschijnt dan voor het eerst een echte bundel, dan is dat toch een feestje waard? En dan geen presentatie met saaie gasten in een omgeving die niet inspireert. De meeste presentaties zijn doodsaai gewauwel. ik ga dat dus anders doen."

De dichter Tjitse Hofman (25) uit Groningen presenteert vanavond in muziekcentrum Vera zijn debuutbundel TV 2000. Het feestje gaat gepaard met optredens van bevriende dichters en van de Nederlandse popband De Kift. Dat hij zijn favoriete band wist te strikken voor een optreden, daarop is Hofman bijzonder trots. "Wat die jongens van De Kift op het podium doen, daar krijg ik soms kippenvel van. Zij brengen literaire teksten in een muzikaal jasje. Ze weten een intens gevoel over te brengen bij het publiek, ze zetten een emotie neer waarvan ik denk dat het echt zo moet."

Wie nog nooit een optreden van Tjitse Hofman of de groep waarmee hij optreedt, dichters uit Epibreren, heeft gezien zal onder de indruk raken door de intensiteit van het gebodene. De voordrachten worden sowieso allemaal uit het hoofd gedaan en daarnaast gaan de performers zo op in hun teksten, dat hun lijven kronkelen en verkrampen van de pijn of rollen en strekken van blijdschap. Hofman: "Ja? Is dat zo? Ik moet eerlijk zeggen dat ik mezelf zelden op de televisie heb gezien. Maar die ene keer dat ik mijzelf zag, vond ik mijzelf niet eng. Het gaat om het verhaal dat wij te vertellen hebben. Daar ga je tijdens een optreden in op. Tijdens het voordragen gaat het lichaam vanzelf mee in de emotie die je verbeeldt. Als wij kromgebogen staan of gek doen is dat omdat een mensenlichaam er zo nu eenmaal uitziet. En soms is dat maf om te zien, maar altijd heel erg intens."

In de gedichten van Hofman vormen de dood, vergankelijkheid, vergane liefde, de stad en late doorwaakte nachten de ingrediënten. Hoewel de 27 gedichten allen los van elkaar te lezen zijn, zit er volgens Hofman wel degelijk een rode draad in: "De imaginaire hoofdpersoon wandelt als het ware door het boek. Hij kan het leven niet aan, hij kan niet tegen de invloeden van de wereld als dood en verval, verdriet, techniek en zo. Aan het eind van de bundel wordt hij gek." Hofman haast zich te zeggen dat zijn bundel beslist niet autobiografisch is. Over het publiceren van gedichten zegt hij: "Je wilt een stempel zetten, iets neerzetten om vervolgens weer verder te kunnen gaan. Je schrijft om gepubliceerd te worden. zo'n boek is dan een kroon op je werk." Met de titel TV 2000 neemt Hofman de huidige elektronische maatschappij onder de loep, zoals wel blijkt uit een fragment van het volgende gedicht

Elektroniek

ik loop op elektriek

a la teletransformatie

glasvezelvervoer en

satellietcommunicatie

Na vijf jaar 'ploeteren' gloort er nu een beetje erkenning als dichter aan de einder. Hij staat geprogrammeerd tussen literaire giganten uit de gevestigde orde als Gerrit Komrij, Hugo Claus en Jean Pierre Rawie. "Ik heb mij laatst maar even aan Jean Pierre Rawie voorgesteld omdat we elkaar de laatste tijd wel vaker tegenkomen. Een aardige man", zegt hij. Met zijn kompanen Bart FM Droog en Jan Klug vormt hij de groep Dichters uit Epibreren en staat hij op Nederlandse podia in het gehele land, maar net zo goed in Duitsland of België. Maar ook voor een poëzie-workshop op een school voor moeilijk lerende kinderen heeft hij tijd.

Enkele gedichten van Hofman zijn ook opgenomen in de door Ruben van Gogh samengestelde bloemlezing Sprong naar de sterren. Hierin wekt de samensteller de suggestie dat er een nieuwe generatie dichters in Nederland is opgestaan en momenteel goed in de markt ligt. Hofman: "Opname in zo'n bundel is natuurlijk wel waardering voor je werk. Het streelt je. Maar kennelijk hebben mensen de behoefte om een nieuwe generatie dichters een etiketje op te plakken. Ik vraag mij dan ook echt af wat de overeenkomsten tussen ons zogenaamde jonge dichters zijn. We zijn allemaal individuen en proberen ons allemaal op eigen wijze te ontwikkelen. Ieder op z'n eigen manier."

Als 13-jarig ventje uit Assen verdiende hij al zijn zakgeld op podia in de provincie door op zijn saxofoon te spelen. "In het middelpunt van de belangstelling staan is verslavend", weet hij inmiddels. Een opleiding aan de Sociale Academie maakte hij niet af en hij hield zijn hoofd boven water door bijvoorbeeld didgeridoo's en hasjpijpjes te vervaardigen of door op straat muziek te maken. Uiteindelijk kwam hij terecht bij de poëzie: "Ik druk mij het beste uit in teksten."

Hofman woont nu samen, is anderhalf jaar geleden vader geworden en begint binnenkort aan een baantje als barkeeper in Muziekcafé Koekkoek. Hofman: "Als vader en huisman kun je heel goed dichter zijn, hoor. Je moet het wel wat anders inrichten dan daarvoor. Huisvader zijn en dichter is geen belemmering. Ik vind het een afwisselend leven."

"Groningen is een prettige stad en ook een goede voedingsbodem voor kunstenaars", denkt Hofman. "Het is een kleine stad, dus iedereen kent elkaar wel. Dus daardoor komt je naam ook eerder bovendrijven. In tegenstelling tot Amsterdam, waar niemand op je zit te wachten., heerst er in Groningen, denk ik, minder onderlinge concurrentie. Mensen doen eerder en vaker experimenten of optredens samen. In Groningen ligt de literatuur alweer een tijdje op haar kont: de dichtersavonden in café Koekkoek zijn gestopt, de USVA doet nu ook niets en het festival Winterschrift is ook ter ziele."

Om zich na zijn debuut bij een Groningse uitgeverij direct naar de Amsterdamse literaire scene te haasten, nee, dat is hij niet van plan: "Ik geloof niet in die shit dat het qua literatuur in Amsterdam veel beter is. Als dichter die wil publiceren kom je bij de Amsterdamse uitgever op een grote bult terecht. Je bent er hooguit een speelbal van de grote jongens die het er voor het zeggen hebben. Daar ben je gepeupel en als ze klaar met je zijn wippen ze je eruit."

Zenuwachtig voor vanavond?

"Vorige week kwamen de boekjes van de drukker. Maanden ben ik bezig geweest met de voorbereidingen. We hebben 220 uitnodigingen de deur uit gedaan. Ja, dan ben je soms onzeker.

Dan denk je bij jezelf: ik moet het allemaal nog even waarmaken."

(Remco in 't Hof, Nieuwsblad van het Noorden, 19-11-1999)

terug naar boven



HOFMAN, TUIG, KIPPEDRIFT

Tuig is eenvoudig gezegd een groep mensen, dieren en constructies, van wisselende samenstelling, die in haar voorstellingen de verhouding tussen mens en natuur nader onder de loep neemt. In 1999 waren zij voor het eerst te zien op Oerol met de voorstelling 'Hoefslagwerk'. Een klankwagen op wielen van enorme omvang (zo'n twee meters breed, vier meters lang en drie meters hoog) voornamelijk bestaand uit hout en zo'n zesenzestig instrumenten erin verwerkt vormde het middelpunt van de voorstelling. 

Wat heeft Hofman daarmee te maken?
De dichter Tjitse Hofman zag hen aan het werk en zag zijn gedicht 'Machine' tot leven komen. Na enige ontmoetingen met de bouwer van de wagen - Marc van Vliet - en een voordracht van Tjitse 's nachts op het strand naast de in werking zijnde wagen, werd de connectie duidelijk. Marc: 'Het gedicht en de klankwagen vullen elkaar aan.'
 
Zo werd besloten voor het seizoen 2000 de wagen en het gedicht vaker te laten samensmelten. En zo geschiedde het dat bij de première van de voorstelling 'Kippedrift' op Oerol een voordracht van Hofman viel te beluisteren. Daarna heeft Tuig De Parade onveilig gemaakt en onlangs bij een festival in en om De Koeioneur te Duiven heeft nogmaals een kruisbestuiving plaats gevonden tussen tekst en werkelijkheid. Bijkans de afsluiting van het seizoen en het afscheid van de wagen.

Tuig gaf een laatste voorstelling op het ADM terrein in Amsterdam tijdens het Robodock Festival op zaterdag 23 september 2000. 'Daarna gaat de machine in de kast en laten we hem twintig jaar staan', aldus Marc. 'Ik heb met de wagen gedaan wat ik wou, het is nu weer tijd voor iets nieuws, ik heb alweer allemaal wilde plannen.' 


MACHINE


Machine
machine zeg je
je zegt dat ik
machine heet
hete machine
maar wat weet jij
van draaien
maaiende bladen
zingende zagen
wielen schoepen raderen
ratelen razen
schrale gaten slijten
in mijn condenseringsvat
want ik weet
dat je het meent
en ik weet dat je neemt
van mijn paardenkracht
van mijn paardenkracht.

Tjitse Hofman, 2000

terug naar boven


 

Tjitse Hofman tijdens Noorderzon, 1997. Foto:  Chris van Wierst

terug naar boven


HOOI
 
Wat betekent een gedicht eigenlijk precies? Bestaat er een eenduidige strekking dat van een gedicht uitgaat? Sinds ongeveer 1830 hebben professoren zich over deze vraag gebogen, antwoorden gezocht, elkaar tegengesproken of zich juist niet, uit angst, over deze vraag druk gemaakt en zich slechts over de structuur of maatschappelijke context gebogen.
 
Toch is het zo dat elke dichter iets wil uitdragen op het moment dat hij/zij een gedicht openbaar maakt. Zelfs als de dichter er expliciet bij vermeld dat er niets mee bedoeld wordt dan slechts het plezier van het schrijven (denk bijvoorbeeld aan klankdichten), dan nog zegt het gedicht, en dus de dichter, iets van waarde, namelijk: 'kijk eens wat een plezier je aan de taal kunt beleven!'.
 
Zo is het dus uiteindelijk een riskante zaak om iets te zeggen over de inhoudelijke duiding van een gedicht. Neem nu het gedicht 'Hooi' van Tjitse Hofman. Als men er met de close reading methode naar kijkt, wat kan men dan zeggen over de betekenis van dat gedicht? Ik zal hier niets uit de doeken doen over metrum, ritme of alliteraties, etc., hoewel deze aspecten hier goed gehanteerd zijn, doch slechts naar de betekenis van het gedicht kijken.
 
HOOI

Zij bloeide
het was de tijd van hooi
van werken en insecten
 
Het was de tijd van zoet
het zoemen van bloesem
zweet en stof
 
Van wagens lossen
en later op de zolder
de kat en haar kroost.
 

© Tjitse Hofman 2000

Wij zien in het gedicht een 'zij' die 'bloeide', dus waarschijnlijk, naar we mogen aannemen, mooi was. Die zij wordt geplaatst in een tijd; de nazomer, waarin zaken als hooi, bloesem, etc.te plaatsen zijn. Maar ook wordt 'zij' geplaatst op een plek, waarschijnlijk een boerderij of iets dergelijks, getuige de woorden: 'wagens lossen' en wederom 'hooi'. Op die plaats en in die tijd is er sprake van werk, hard werk want er wordt zelfs gezweet. Dit betekent niet dat de dichter er noodzakelijkerwijs iets negatiefs in ziet, in wezen constateert hij slechts het gegeven van hard werken. En dat het de natuurlijke loop der dingen is, zoals ieder zijn deel krijgt, zie daarvoor ook: 'de kat en haar kroost'. Een poes krijgt in de natuur jongen, een mens moet hard werken, zo is het nu eenmaal. Het heeft geen zin om daar over te zeuren, het is beter het gewoon te doen. Dat is wat het gedicht, en dus de dichter, uiteindelijk uitdraagt: doe wat je moet doen, het is nu eenmaal zo. Maar dat het niet erg is, kan men terugvinden op semantisch niveau.
 
Het gedicht is op welhaast elk plek harmonieus, het bestaat uit drie keer drie strofen en bevat veel rijgende alliteraties per regel die enjambisch (het overlopen van de zin van de ene versregel op de volgende, zonder rustteken, red.) overlopen. Maar zoals al eerder vermeld zal ik daar niet op ingaan. Dat mag u zelf doen, mits u uiteraard van puzzelen houdt. Wel wil ik de waarde lezer nog even wijzen op een klein ding, namelijk: 'de zolder'. Zou de dichter dan toch iets willen insinueren aangaande enigerlei (lichamelijke) beloning? Een zekere, al is het kortstondige, mate van geluk, voor de noeste arbeid die men heeft moeten verzetten?
 
Daniël Dee, site van de huisdichters van de rijksuniversiteit Groningen, november 2000

terug naar boven


VOORDRACHTSKUNST ALS ROCK 'N ROLL
Groninger dichters op podium Literatuur Upstairs, op muziek festival Eurosonic. Tjitse Hofman: "We zijn niet eenvoudiger qua geschreven woord, wel toegankelijker."
 
De murmelende oude dichter die, aanbeden door pijprokende bourgeoisie of huisvrouwen in menopauze, achter een katheder verhaalt over leven en werk is wellicht passé. Een nieuwe generatie poëten staat al lang te dringen. Jonge mensen met lef, goede teksten en verstaanbaar. Eurosonic heeft vanavond in jazzcafé De Spieghel ruimte voor Literatuur Upstairs. Voordrachtskunst als rock 'n roll.
 
Een verbinden thema ontbreekt. Ten tonele verschijnt een losse greep uit het aanbod podiumdichters van nu. Kasper Peters op muziek van Volken B. de Vlas, RuG-huisdichters Petra Else Jekel en Daniël Dee ontbreken niet en ook Rense Sinkgraven, Meindert Talma, Mowaffk Al-Sawad, Sieger Geertsma, Tsead Bruinja, Nyk de Vries, Ronald Ohlsen, Albertina Soepboer en Tjitse Hofman zijn erbij. Afkomstig uit diverse windstreken: Groningen, Friesland, Zuid-Afrika en Irak, maar stuk voor stuk stadjer. Voor ieder is er  tien minuten.
"Omdat Eurosonic een muziekfestival is, zul je het snel en flitsend moeten brengen", legt Tjitse Hofman (Assen, 1974) uit, "we gaan gewoon kijken of het interessant is. Dit is een opzet. Persoonlijk zou ik het nog mooier vinden als dichters en bands helemaal verweven zouden worden. Dat je tussen twee optredens ineens een moment van poëzie hebt. Dan confronteer je mensen met wat je doet. Ook zij die minder bekend zijn met deze kunstvorm, ontkomen er dan niet aan. Ja hoor, dat zou eveneensprima gaan met bijvoorbeeld Rutger Kopland of Jean-Pierre Rawie. Waarom niet?"
 
Jan Pier Brands van het Kunstencentrum kwam met het idee. Omdat de Schrijversschool inmiddels nieuw leven is ingeblazen, wilde de Eurosonic-organisator daar 'iets' mee doen. Echt nieuw is het geenszins, want eerder al stond het collectief 'Dichters uit Epibreren' tussen de bands. Dat ging overigens een beetje mis, waardoor de behoefte aan een nieuw optreden op Eurosonic bij Bart FM Droog ontbreekt, maar het belet Hofman niet er te staan. Tjitse Hofman is medeoprichter van Dichters uit Epibreren (waarin dus Droog en Jan Klug) en debuteerde vorig jaar met de bundel 'TV 2000'. Zijn werk beschrijft dood, vergankelijkheid, vergane liefde, de stad en late nacht. Of alleen, of met het los-vaste collectief reist hij al enige jaren de
wereld rond. Niet om te wauwelen achter een katheder, maar met stand-up poëzie. "Een Groninger stroming is misschien wat teveel. Er is wel een scene van jonge podiumdichters. We lopen elkaar niet in de weg, maar komen elkaar tegen, doen samen dingen en treden naar buiten. Er gebeurt hier wat. Het is veelzeggend dat Friezen naar deze stad komen, al loopt het wel weer wat door elkaar heen. Tsead Bruinja is een soort brug tussen beide provincies. Het episch centrum ligt echter in de Martinistad. Ook omdat een uitgeverij als Passage er open voor staat."  De gevestigde orde is overigens maar matig onder de indruk van de nieuwe generatie. "Daar wordt nogal over gediscussieerd" , verzucht Hofman, "de inzet van de polemiek is steeds hetzelfde: vorm zou boven de inhoud gaan. Een beetje van: als je ermee op een podium staat, nou, dan zal het wel niet goed zijn. Flauwekul natuurlijk. We zijn niet eenvoudiger qua geschreven woord, wel toegankelijker. Sneller, frisser en verstaanbaar. Vertellen is wel degelijk een element, want je wilt iets brengen. Pioniers als Johnny van Doorn, Simon Vinkenoog en Jules Deelder zijn daar ooit mee begonnen. Een tijdlang had je niks en nu is er zoiets als de 'Groninger School', zoals we wel worden gekaderd. Wat dat dan is? Nou, dat is wat wij doen."
(Herman Sandman, Groninger Gezinsbode 5-1-2000)
 

terug naar boven