De mensch Deelder | Prijzen |
Deelder als Dichter des Vaderlands? |
Justus Anton Deelder (Rotterdam, 24 november 1944) begon op
11-jarige leeftijd met schrijven - zijn eerste
gedicht: 'Hoort, men werpt een atoombom.'
In 1962 debuteert de zojuist aan de HBS afgestudeerde Deelder met het gedicht 'Straat' in het Algemeen Handelsblad. Na zijn eindexamen studeerde hij enige tijd M.O.-Nederlands en maakte in die tijd zijn eerste reizen, o.a. naar Spanje, Italië en Engeland. Om die te kunnen maken en de kost te verdienen had hij allerlei baantjes, zoals assistent-effecten correspondent bij een bank, sjouwer bij Van Gend & Loos en op groenteveilingen, havenarbeider, classificeerder en nog meer, maar ook toen was hij in de eerste plaats dichter. In 1963 richt hij het Nieuw Vormgevend Gezelschap op en organiseert diverse jazz & poetry-happenings, met onderdelen als het voorlezen van gedichten, een spastisch ballet en een muziekstuk voor slagroomklopper, knerpdoos en een open- en dichtslaand boek op het programma. Ook is Deelder een blauwe maandag zanger bij de gitaarloze beatgroep The Addicts. Slechts twee nummers staan op het repertoire: Halleluja, I'm A Bum, een Engelse song uit de crisisjaren, en het van de eerste Stones-elpee afkomstige Can I Get A Witness. De doorbraak kwam met 'Poëzie in Carré', het door Simon Vinkenoog georganiseerde eerste grote dichtfestival in Nederland, waar tweeduizend mensen voordrachten bijwoonden van Deelder, Johnny van Doorn, Louis Th. Lehmann, Gust Gils, Adriaan Roland Holst, Gerard Reve, Remco Campert, C. Buddingh', Gerrit Kouwenaar, Jan Hanlo, Jan G. Elburg, Adriaan Morriën, Koos Schuur, Vinkenoog zelf, K. Schippers, C. Nooteboom, Ed. Hoornik, Hans Verhagen, Bert Voeten, J. Bernlef, Dick Hillenius, Hugues C. Pernath, Ewald Vanvugt en Jaap Harten, op 28 februari 1966. In de bloemlezing Poëzie in Carré, die kort na het festival verscheen bij De Bezige Bij, werden Deelders gedichten voor het eerst in boekvorm gepubliceerd: fragmenten uit de gedichten 'Cloud 9' en 'De Notulen van de 364-ste vergadering van de Bureau in Search for the living'.' In 1968 richt hij samen met zijn vriendin Roselie Peters (waarmee hij in 1967 Jimi Hendrix ontmoette) en schoolvrienden Peter Snoey en Rob Peters het Schlagergezelschap van de Hyacinth op. De groep weet een platencontract bij Bovema in de wacht te slepen en presenteert op 28 november de single We Were As Happy As My Uncle Ray. In 1969 stappen de Peters uit het Schlagergezelschap van de Hyacinth. Het overgebleven duo doopt zich om tot Popera en maakt nog twee singles: Something en Look Over Here. Na een ruzie met Radio Veronica, die weigert de single Something te draaien, houden zanger/tekstschrijver Deelder en componist Snoey het voor gezien. Met Rob Peters maakt Deelder vervolgens een aantal stripverhalen voor het jeugdblad Robbedoes. Onder de pseudoniemen Youssouph Ben Houpla (= Rob Peters) en Julian the Joint (= J.A. Deelder) publiceert het tweetal ook nog het boekje ABC Voor De Genieter Van Marihuana. Onder zijn eigen naam debuteert Deelder met de door De Bezige Bij uitgegeven poëziebundel Gloria Satoria. Het debuut wordt positief ontvangen en beleeft diverse herdrukken In de jaren zeventig volgen de poëziebundels Dag En Nacht Geopend (1970), Boe! (1972) en De Zwarte Jager (1973) en treedt Deelder op tijdens het festival Poetry International in 1971 en 1972. In 1976 maakt Deelder zijn prozadebuut dat simpelweg Proza getiteld is.
In 1977 maakt Deelder zijn televisiedebuut in Stadslicht, een door Bob Visser voor de VPRO gemaakte documentaire over Rotterdam, waarin Deelder het gelijknamige gedicht voordraagt. Het seizoen daarop presenteert hij, eveneens voor de VPRO-televisie, het punkmagazine Neon. Niet iedereen is gecharmeerd van Deelders vlijmscherpe presentatie en al na acht afleveringen wordt het jongerenprogramma gestaakt. Ook tijdens zijn trektocht langs talloze jeugdhonken, literaire cafés, buurthuizen, manifestaties, dichtersavonden en festivals is Deelder een omstreden figuur. Hij wordt regelmatig bekogeld met bier, bespuwd en door punks uitgescholden voor fascist. Deelder laat zich echter nooit van zijn stuk brengen, wat hem naast felle tegenstanders ook veel fans oplevert. In 1979 treedt hij opnieuw op bij Poetry International.
Vooral de gedichten in Junkers
88 (1983) en Portret Van Olivia De Havilland
(1985) typeren Deelders op Dada en de Beatniks geënte
stijl.
Deelder heeft de smaak te pakken en maakt een nieuwe
theatershow, Kiezen Of Deelder, die tot 1990
doorloopt. Ook deze show verschijnt op
geluidsdrager, bij platenmaatschappij BMG ditmaal.
Hierna volgen Deelder Draait Door (1990 - 1992) en
Deelder Denkt (1992 - 1994). In 1992 verschijnt het
album Deelder Drumt Jazz, met daarop muziek,
verhalen en gedichten.
De zesde theatershow, Deelder Leeft, is opnieuw uitermate succesvol. De show gaat in 1994 in première en voert Deelder tot 1996 langs uitverkochte schouwburgen in het hele land. Op literair gebied blijft Deelder actief. Ook in de jaren negentig worden de boekwinkels overspoeld met nieuwe producten van zijn hand. Vermeldenswaardig zijn De T Van Vondel (1990), Jazz (1992), Canadian Caper (1994) en het kinderboek De Bevrijding Van Koos Spook (1995). In 1994 bundelt De Bezige Bij al zijn tot dan toe gepubliceerde gedichten in Renaissaince: Gedichten '44-'94. Op 5 november 1996 viert Herman Brood zijn vijftigste verjaardag. Deelder, die veel van Broods schilderijen van teksten voorzag, schrijft voor hem het lied 'Oh Kut', een litanie op het vrouwelijk geslachtsdeel. Op de cd 50 The Soundtrack vertolken Deelder en Brood dit nummer in duet. Op televisie is Deelder ook weer te zien. Bij het commerciële televisiestation Veronica presenteert hij zijn eigen talkshow. In 1997 gaat Deelder gaat op tournee met zijn nieuwste theatershow Deelder Zingt?, waarin hij enkele verhalen vertelde, zoals 'Beest zonder staart' en 'Proefkoning' over een alcoholtest op het circuit van Lelystad waaraan hij ooit voor televisie heeft meegedaan. Daarnaast bracht hij moppen en gedichten. Trio Me Reet zorgde voor het muzikale deel van de show. In 1999 tourt hij met Bart Chabot en Herman Brood. Daarnaast is Deelder actief met het toneelstuk Angel Eyes, over een jazzmuzikant. In oktober wint de Rotterdammer de Johnny van Doorn-prijs 1999. De prijs wordt elk jaar door de gemeente Arnhem uitgereikt. In het jaar 2000 is Deelder speciale gast bij Poetry International en in het seizoen 2000/2001 tourt hij met Bart Chabot met het programma 'Voorwaarts Nuts' door het land.
Ook vertaalde hij werk van de Engelse Jim Cartwright ('De Straat', 'Opkomst en ondergang van schreeuwlelijk' en 'Twee'). bronnen: www.popinstituut.nl, www.zwartekat.nl en het Rottend Staal archief. terug naar boven PRIJZEN Zilveren CJP-prijs, 1986 Anna Blamanprijs, 1988 Johnny van Doornprijs 1999 De mensch Deelder, door Pieter van
Oudheusden en Herbert Verhey, Uitgeverij Veen, Utrecht, 1986. |